|
||||
Status: Net opgestart Laatste (geregistreerde) bijwerking: 2014-09-12 Oren - horen - luisteren - oordelen - delenOordeel - oordelen
Oordeel: oor + deel (of horen + delen).
Delen
Delen, verdelen, in stukken hakken, delen in goed en slecht, of in goed en kwaad.
Iemand zei tot hem: Spreek tot mijn broeders opdat ze de goederen van mijn vader met mij delen. Hij zei hem: Mens, wie heeft van mij een verdeler gemaakt? Hij keerde zich tot zijn discipelen, hij zei hun: Ben ik dan een verdeler?
Wie oren heeft, hore!Jezus zei het zo vaak: Wie oren heeft, hore! Zoals deze: Zijn discipelen zeiden hem:
Licht ons in over de plaats waar gij zijt
want het is nodig dat we haar zoeken.
Hij zei hun:
Wie oren heeft, hore!
Er is licht binnen een lichtend wezen
en het verlicht de ganse wereld.
Indien het niet verlicht is het duisternis.
Het evangelie van Thomas * , logion 24
(1)
Let wel, er bestaat geen ander denken dan vakjesdenken; althans als je denken * in de strikte zin van het woord neemt.
(2) Zie ook het artikel: Vertrouwen inhoudstabel
Oren - horen - luisteren - oordelen - delen top |
||||
Printvriendelijk |